Een outplacementtraject bij burn out betekent dat een medewerker na een periode van ernstige uitputting en langdurige stress professionele begeleiding krijgt naar ander, duurzaam passend werk. De focus ligt niet alleen op het vinden van een nieuwe baan, maar ook op herstel, belastbaarheid en het voorkomen van terugval. Het traject sluit aan op de re-integratieverplichtingen uit de Nederlandse wetgeving en houdt rekening met medische adviezen van bedrijfsarts en eventueel UWV. In dit artikel lees je hoe zo'n traject zorgvuldig kan worden ingericht, welke stappen logisch zijn en waar werkgever en medewerker juridisch en praktisch op moeten letten.
Burn-out is een toestand van langdurige fysieke en mentale uitputting door chronische stress, vaak werkgerelateerd. In Nederland wordt burn-out niet als aparte ziekte gedefinieerd in de wet, maar in de praktijk beschouwen bedrijfsartsen het als een ernstige overspanningsklacht. Klachten zijn onder meer extreme vermoeidheid, concentratieproblemen, prikkelbaarheid en het gevoel geen grip meer te hebben op werk en leven.
Outplacement komt in beeld als duidelijk wordt dat terugkeer in de oude functie niet meer reëel of wenselijk is. Dat kan zijn omdat de functie inhoudelijk niet meer past bij de belastbaarheid, omdat de werkomgeving te veel stress triggert of omdat de vertrouwensrelatie is beschadigd. In die situatie kan een begeleid traject naar ander werk, buiten de huidige organisatie, juist een belangrijke schakel zijn in duurzaam herstel.
Tegelijkertijd blijft re-integratie volgens de Wet verbetering poortwachter het uitgangspunt in de eerste twee ziektejaren. Werkgever en werknemer moeten samen, met begeleiding van de bedrijfsarts, onderzoeken of passend werk binnen de eigen organisatie mogelijk is. Pas als dat onvoldoende perspectief biedt, wordt outplacement echt een serieuze optie.
Volgens het Nederlandse arbeidsrecht heeft een werknemer bij ziekte recht op loondoorbetaling gedurende maximaal twee jaar. In die periode rust op werkgever en werknemer een re-integratieplicht: beiden moeten zich aantoonbaar inspannen om werkhervatting mogelijk te maken. De Wet verbetering poortwachter beschrijft welke stappen zij daarbij moeten zetten, zoals het opstellen van een plan van aanpak en regelmatige evaluaties.
Bij burn-out betekent dit dat eerst wordt gekeken naar mogelijkheden voor aangepast werk of minder uren binnen de eigen organisatie (het eerste spoor). Pas als de bedrijfsarts en eventueel arbeidsdeskundige concluderen dat structurele werkhervatting in de eigen of een andere passende functie bij de huidige werkgever niet haalbaar is, komt een traject buiten de organisatie in beeld. Dat kan een re-integratietraject zijn (bijvoorbeeld derde spoor) of een outplacementtraject dat gekoppeld is aan beëindiging van het dienstverband.
Ontslag tijdens ziekte is in Nederland sterk gereguleerd. Een werkgever mag een zieke medewerker in principe niet ontslaan, behalve in specifieke situaties, bijvoorbeeld bij bedrijfssluiting of na twee jaar ziekte. Veel werkgevers kiezen daarom voor een beëindiging met wederzijds goedvinden via een vaststellingsovereenkomst. Daarbij kan outplacement worden afgesproken als onderdeel van de regeling. Voor achtergrond over de formele kant van ontslag is het nuttig om kennis te nemen van de bredere context van ontslag en de rol van outplacement.
Re-integratie en outplacement worden soms door elkaar gehaald, zeker bij burn-out. Re-integratie is het wettelijk verplichte proces waarbij werkgever en werknemer toewerken naar werkhervatting na ziekte. Dat kan binnen de eigen functie, in aangepast werk of in een andere passende functie bij dezelfde werkgever (eerste spoor), of – als dat niet lukt – bij een andere werkgever (tweede of derde spoor).
Outplacement is vrijwillige, vaak intensieve begeleiding naar een nieuwe baan buiten de organisatie, meestal in de context van ontslag of boventalligheid. De werkgever financiert het traject, maar het is geen wettelijk recht zoals loondoorbetaling bij ziekte. Wel past outplacement vaak in goed werkgeverschap en in de wens om een werknemer na een zware periode, zoals burn-out, perspectief te bieden op een gezonde nieuwe start.
Specifiek na burn-out is het verschil dat re-integratie primair gericht is op terugkeer naar werk (bij voorkeur binnen de huidige organisatie), terwijl een outplacementtraject de nadruk legt op oriëntatie, loopbaanreflectie en het vinden van een nieuwe, beter passende werkomgeving. Informatie over de specifieke invalshoek van outplacement na ziekte is te vinden in het artikel over outplacement bij ziekte en langdurige uitval.
Een outplacementtraject bij burn out vraagt om een andere benadering dan een standaard traject na reorganisatie of boventalligheid. De psychische en fysieke belastbaarheid van de medewerker is kwetsbaar, waardoor tempo, inhoud en verwachtingen nauwkeurig moeten worden afgestemd. Een ervaren coach kijkt niet alleen naar cv en vaardigheden, maar ook naar energiebalans, herstel en grenzen.
Bij Care4Careers wordt een outplacementtraject meestal opgebouwd in fasen. In de eerste fase ligt de nadruk op stabilisatie en inzicht: hoe is de burn-out ontstaan, wat zijn de belangrijkste stressoren en welke patronen in gedrag of overtuigingen speelden een rol? Die reflectie is essentieel om herhaling in een volgende baan te voorkomen. In latere fasen verschuift de aandacht naar oriëntatie op passend werk, arbeidsmarktbenadering en concrete sollicitaties.
Het is belangrijk dat de werkgever en werknemer duidelijke afspraken maken over de duur en intensiteit van het traject. Informatie over de opbouw en tijdslijnen van een traject is uitgebreider beschreven in het stuk over hoe een outplacementtraject doorgaans verloopt. Bij burn-out wordt die algemene structuur aangevuld met extra aandacht voor herstel en belastbaarheid.
Hoewel elk traject maatwerk is, zijn er bij burn-out grofweg vier fasen te onderscheiden. Deze fasen overlappen soms, maar helpen wel om het proces te structureren en verwachtingen helder te maken voor alle betrokkenen.
In de eerste fase staat herstel en zelfzorg centraal. De medewerker leert signalen van overbelasting herkennen, oefent met begrenzen en werkt aan basisritme: slapen, bewegen, ontspannen. Zonder deze basis is het riskant om al intensief met loopbaanvragen of sollicitaties aan de slag te gaan. De coach werkt hier vaak samen met de bedrijfsarts of behandelaar, zodat de adviezen op elkaar aansluiten.
De tweede fase draait om zelfinzicht en loopbaanreflectie. Vragen als: wat kost energie, wat geeft energie, welke waarden zijn belangrijk in werk, en welke werkomgeving past bij mijn belastbaarheid? Instrumenten zoals interessetesten, waardenonderzoek en reflectieopdrachten helpen om dit concreet te maken. Het artikel over outplacement na burn-out en duurzame loopbaankeuzes gaat dieper in op dit reflectiedeel.
In de derde fase volgt arbeidsmarktoriëntatie: onderzoeken welke functies, sectoren en organisaties passen bij het nieuwe profiel. De medewerker leert arbeidsmarktinformatie te gebruiken, netwerkgesprekken te voeren en een realistisch zoekprofiel op te stellen. In de slotfase verschuift de aandacht naar sollicitaties, profilering en het daadwerkelijk vinden van een nieuwe baan of het starten als zelfstandige, als dat past bij de belastbaarheid.
Een outplacementcoach bij burn-out heeft een dubbele opdracht: enerzijds begeleiden naar nieuw werk, anderzijds bewaken dat het traject het herstel niet ondermijnt. Dat vraagt om ervaring met psychische belasting, kennis van de Nederlandse arbeidsmarkt en begrip van de wet- en regelgeving rond ziekte en re-integratie. De coach fungeert als gids, spiegel en soms ook als rem als de medewerker zichzelf voorbijloopt.
Belangrijk is dat de coach een veilige setting creëert waarin ook thema's als schaamte, schuldgevoel en angst voor herhaling besproken kunnen worden. Veel mensen met burn-out ervaren dat zij te lang zijn doorgegaan, grenzen hebben genegeerd of zich verantwoordelijk voelden voor alles. In het traject wordt onderzocht hoe zij in een volgende baan andere keuzes kunnen maken, bijvoorbeeld door helderder te communiceren of taken te begrenzen.
Daarnaast helpt de coach om verwachtingen te managen richting werkgever. Werkgevers willen vaak graag tempo zien, zeker als het dienstverband op termijn wordt beëindigd. Een professionele partij zoals Care4Careers als specialist in outplacement kan uitleggen waarom een te snelle arbeidsmarktfocus averechts kan werken en hoe een realistisch stappenplan eruitziet. Zo worden herstel en resultaat met elkaar in balans gebracht.
Een veelvoorkomend scenario is de medewerker die na een jaar ziekte gedeeltelijk is teruggekeerd, maar telkens opnieuw vastloopt. De bedrijfsarts concludeert dat de eigen functie structureel te belastend is en dat er geen passend werk meer is binnen de organisatie. In overleg wordt besloten het dienstverband te beëindigen met een vaststellingsovereenkomst waarin een outplacementtraject wordt opgenomen. In zo'n geval kan een zorgvuldig opgebouwde begeleiding het verschil maken tussen een herhaling van zetten of een echte nieuwe start.
Een ander voorbeeld is de professional die na burn-out aangeeft niet meer terug te willen naar dezelfde sector, omdat de cultuur (altijd bereikbaar, hoge prestatiedruk) niet meer past. Tijdens het traject onderzoekt deze medewerker welke sectoren beter aansluiten bij de gewenste balans, bijvoorbeeld een kleinere organisatie of een rol met minder klantdruk. De coach helpt bij het vertalen van ervaring en competenties naar een nieuw werkveld, en bij het voorbereiden van netwerkgesprekken.
Ook komt het voor dat een medewerker twijfelt of hij of zij wel toe is aan solliciteren. In dat geval kan de coach de nadruk tijdelijk verleggen naar herstelgerichte opdrachten en lichte oriëntatie, zoals het bijwonen van een webinar of een oriënterend gesprek met iemand uit een andere sector. Zo blijft het traject in beweging, zonder dat de druk te hoog wordt. Voor medewerkers die willen snappen wat een breder outplacementtraject inhoudt van start tot einde, is het helpend om de algemene structuur naast hun eigen situatie te leggen.
Bij een outplacementtraject na burn-out spelen zowel juridische als praktische afspraken een rol. Juridisch gezien blijft de basis liggen in het arbeidsrecht: het recht op loondoorbetaling bij ziekte, de re-integratieplicht en de regels rond ontslag. Een outplacementtraject is in de meeste gevallen onderdeel van maatwerkafspraken tussen werkgever en werknemer, vaak vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst.
Belangrijke vragen zijn dan: wie betaalt het traject, hoe lang duurt het, en wat gebeurt er als de medewerker eerder een baan vindt of juist meer tijd nodig heeft? Informatie over de financiële kant van outplacement, zoals vergoedingen en budgetten, wordt uitgebreider besproken in het artikel over de kosten van een outplacementtraject en de factoren die daarop van invloed zijn. Bij burn-out is het verstandig om in de afspraken ruimte te laten voor een rustiger start of een langere reflectiefase.
Daarnaast is het goed om verwachtingen rond beschikbaarheid en bereikbaarheid helder te hebben. Een medewerker in herstel van burn-out heeft vaak nog beperkte energie en kan overprikkeld raken van te veel afspraken of digitale druk. Heldere afspraken over contactmomenten met coach en werkgever helpen om extra stress te voorkomen en geven zowel werknemer als werkgever houvast.
Een outplacementtraject bij burn out werkt het best als werkgever en werknemer het zien als gezamenlijke investering in herstel en toekomst. Voor de werkgever speelt goed werkgeverschap en het beperken van langdurige uitval en productiviteitsverlies. Voor de werknemer gaat het om gezondheid, perspectief en het voorkomen van een tweede burn-out.
Werkgevers kunnen bijdragen door een realistisch beeld te hebben van hersteltijd en door niet alleen op snelle uitstroom te sturen. Een zorgvuldig gekozen bureau met ervaring in burn-out en re-integratie helpt om dat evenwicht te vinden. Medewerkers kunnen op hun beurt bijdragen door open te zijn over belastbaarheid binnen de kaders van privacy, actief mee te werken in het traject en signalen van overbelasting serieus te nemen.
In sommige organisaties is het nog spannend om outplacement bespreekbaar te maken, zeker als ziekte en emoties een rol spelen. Praktische handvatten om het gesprek hierover te voeren zijn te vinden in het artikel over outplacement bespreekbaar maken op een respectvolle en heldere manier. Bij burn-out is de toon van dat gesprek extra belangrijk: erkenning van de zwaarte van de periode en respect voor grenzen vormen de basis.
Een goed ingericht outplacementtraject bij burn out combineert loopbaanbegeleiding met aandacht voor herstel, belastbaarheid en het voorkomen van terugval. Het traject sluit aan op de wettelijke re-integratieverplichtingen, maar maakt tegelijkertijd de stap naar duurzaam passend werk buiten de organisatie. De bedrijfsarts, werkgever, werknemer en outplacementcoach hebben daarin ieder hun eigen rol en verantwoordelijkheid.
Cruciale elementen zijn een realistisch tempo, een duidelijke fasering van herstel naar oriëntatie en sollicitatie, en een coach die zowel de psychische als de arbeidsmarktgerichte kant begrijpt. Heldere afspraken over duur, budget en verwachtingen geven rust en structuur. Zo wordt outplacement na burn-out geen extra belasting, maar juist een kans om met hernieuwd zelfinzicht een werkplek te vinden die echt past.
Door burn-out serieus te nemen als signaal en de oorzaken zorgvuldig te onderzoeken, kan een outplacementtraject uitgroeien tot meer dan alleen een route naar een nieuwe baan. Het wordt dan een traject waarin iemand leert anders te werken, beter voor zichzelf te zorgen en een loopbaan op te bouwen die zowel inhoudelijk als qua belasting duurzaam vol te houden is.
Outplacement after burnout in the Netherlands is a guided process in which an employee moves from a period of severe stress-related illness towards new, sustainable employment. It connects to the legal framework of continued wage payment and reintegration obligations, but shifts the focus from returning to the old job to finding a healthier and better fitting role elsewhere. The Dutch social security authority (UWV) and the company doctor play an important role in assessing work ability and reintegration options.
A careful programme starts with recovery and self-care, followed by reflection on values, energy drivers and work environment. Only when there is enough stability does the focus move to career options, labour market orientation and applications. An experienced coach, such as those working with Care4Careers' outplacement services, keeps an eye on both recovery and realistic career moves, and helps to prevent a relapse in the new job.
Clear agreements between employer and employee about duration, expectations and workload are crucial, especially after burnout. Outplacement then becomes more than a way out of an employment contract: it offers a structured opportunity to redesign a career in a way that fits health, personality and long-term employability.
"Dankzij Care4Careers heb ik de juiste carrièrestap kunnen zetten. Hun persoonlijke aanpak en kennis van de regionale arbeidsmarkt maakten echt het verschil."
Hoofdkantoor
Care4Careers B.V.
2801 ND Gouda
Achter de Vismarkt 78
Sales & Post Office
Eigenhaardweg 8
7811 LR Emmen
De lokale vestigingen zijn in:
- Amsterdam
- Breda
- Eindhoven
- Emmen
- ’s Gravenhage
- Gouda
- Groningen
- Hengelo
- Leeuwarden
- Maastricht
- Nijmegen
- Rotterdam
- Utrecht
- Vlissingen
- Zwolle
Afspraak maken op een van onze vestigingen?
Neem contact op met ons hoofdkantoor.